Appelbollen
Vroeger kregen de arbeiders van de Antwerpse haven hun loon op zondag uitbetaald. Met een gevulde geldbuideltje zakje gingen sommige mannen gingen dan op café en gaven het overschot van hun geld aan hun vrouw. Maar op Driekoningen – een feestdag – vierde iedereen feest met het loon en was er de volgende maandag zo goed als niets over. Om toch niet met een lege maag te zitten, struinden de mannen alle bakkers en slagers af om toch maar iets te eten te hebben. De slagers maakten dan worstenbroodjes – wat goedkoop, lekker en vullend was – en gaven die dan aan de arbeiders.
De bakkers maakte appelbollen. Die dag werd er dan ook alleen verlies gemaakt door de slagers en bakkerijen. Het was dus een dag van verloren arbeid, een ‘Verloren Maandag’.
Appelbollen
Ingrediënten
- 4 Appels
- 100 gram Suiker
- 30 gram Boter
- 1 theelepel kaneelpoeder
- 1 ei
- 8 vellen bladerdeeg
Instructies
- Verwarm de oven voor op 210°C.
- Schil de appels en verwijder het klokhuis met een appelboor.
- Meng de zachte boter met de suiker en de kaneel. Vul de opening van de appels met dit mengsel.
- Rol vier velletjes bladerdeeg tot ronde lapjes. Dit dot je door eerst de hoekjes 2 cm naar binnen en dan de velletjes met een deegrol te rollen tot ronde plakjes van 15 cm doorsnee. Wikkel de appels erin.
- Snij de overige vier velletjes in repen en leg die over de appels.
- Klop het ei los. Bestrijk er met een kwastje de appelbollen mee. Maak een kleine inkeping bovenaan in het bladerdeeg, zo kan de stoom ontsnappen.
- Leg de appelbollen op een met bakpapier beklede ovenplaat. Bak ze 25 minuten of tot ze goudbruin zijn.